Rachelle Abbas
Rachelle Abbas Life 13 feb 2021
Leestijd: 6 minuten

Nachtboek Maud #33: “Ik gooi mijn gin tonic in zijn gezicht”

Maud is aangenomen bij een restaurant in haar gloednieuwe stad Amsterdam. Haar eerste week proefdraaien ging bijna perfect. Bijna, want haar collega en ex Jelle gooide nogal wat roet in het eten. De liefde tussen haar oude middelbare schoolvlam blijkt toch niet helemaal over. Vooral Jelle heeft moeite om dat te begrijpen en tijdens een werkborrel pakt hij Maud ineens vol op haar mond…

Uit reflex gooi ik mijn gin tonic in Jelle zijn gezicht. Hij mag dan wel mijn ex zijn, waar haalt hij het lef vandaan om mij zo maar te zoenen?!

„Maud, wat doe je nou?” Meestal ben ik in dit soort situaties niet zo scherp en bedenk ik achteraf pas wat ik had moeten doen, maar de adrenaline giert door mijn lichaam. Deze keer kom ik verrassend scherp uit de hoek, vooral gezien de hoeveelheid alcohol die ik achter mijn kiezen heb. „Wat ik doe? Dat zie je toch?! Ik kan beter vragen wat jij aan het doen bent? Waar ben je mee bezig Jelle? Waarom zoen je me?! Ik heb een vriend. Ik wil jou niet, klootzak.”

Ik blijf razen en gooi alles eruit wat me dwars zat. Mijn reactie is misschien wat heftig, dat geef ik toe, maar hij is gewoon te ver gegaan. Jelle is overduidelijk geschrokken. Nog voordat hij antwoord kan geven, draai ik me om en ren weg. Ik zie Stephanie onze kant op komen. Ze houdt Jelle tegen en vraagt wat er allemaal aan de hand is. Een split second vraag ik me af of ik niet de confrontatie moet aangaan. Maar als ik de tranen achter mijn ogen voel prikken besluit ik door te lopen. Als ik ergens geen zin in heb is het gejank. Jelle hoeft mij niet te zien huilen. En ik zit er al helemaal niet op te wachten dat mijn nieuwe collega’s mij als een soort dramaqueen gaan zien.

In mijn jaszak zit nog een pakje sigaretten. Die had ik eerder op de avond gekocht. Geen idee waarom want ik rook bijna nooit, maar nu snak ik naar een sigaret. Ik loop een stukje door de straat en vraag een vuurtje bij een van de toeristen die buiten wiet aan het roken zijn. Dan plof ik neer op de stoep. Ik kan mijn tranen niet tegenhouden. Hoe is dit nou weer zo ver gekomen? Ja, ik heb nog gevoel voor Jelle. Hij is meer dan mijn ex en de afgelopen week hebben we alleen maar gelachen. Maar hoe gezellig ik Jelle ook vind, ik ben verliefd op Sam.

Lieve Sam, die er de afgelopen tijd steeds voor me is geweest. Sam waar ik al maanden stiekem verliefd op ben. Sam met wie ik ook heel veel kan lachen. Op dit moment mis ik hem meer dan ooit. Ik wil hem bellen om alles uit te leggen, maar zoals gewoonlijk is mijn telefoon weer eens leeg. Ik zou ook niet weten waar ik moet beginnen eigenlijk. Want ergens is het niet heel gek dat Jelle mij zoende. Ik heb hem de afgelopen weken niet bepaald duidelijk gemaakt dat ik een relatie had. Ik bleef er telkens een beetje vaag over.

Doelloos staar ik voor me uit. Mijn keel voelt droog door die sigaret en ik snak naar een glas water. Ik weet dat ik terug moet naar de cocktailbar. Mijn tas staat nog binnen en ik kan het niet maken om mijn collega’s te laten zitten. Het zijn stuk voor stuk toffe gasten en ik heb geen zin in gedoe. No more drama en al helemaal niet hier in Amsterdam. Nog voor dat ik ben opgestaan zie ik dat Stephanie mij tegemoet komt lopen „Maud, wtf is er nou allemaal aan de hand? Gaat het?”

De woorden rollen uit mijn mond zonder dat ik er over na hoef te denken. „Jelle was niet zomaar een oud klasgenootje, Stephanie. Ik had het je eerder moeten vertellen. Hij is mijn ex en was mijn eerste grote liefde. Ik dacht dat onze gevoelens over waren, maar blijkbaar is dat toch niet zo. Ik had alleen nooit verwacht dat hij me zou zoenen, waar haalt hij het lef vandaan?” Opnieuw voel ik de woede opkomen. Ik leg Stephanie het hele verhaal uit. Dat Sam sinds een paar maanden mijn vriendje is, maar dat ik tijdens mijn verhuizing naar Amsterdam ineens oog in oog met Jelle stond. Ik wilde voor mezelf uitzoeken of die gevoelens een bevlieging waren. En het was ook niet slim om met hem te gaan samenwerken, maar het team leek mij zo gezellig en ik had nooit verwacht dat Jelle mij zou zoenen.

Stephanie geeft mij een knuffel. „Schat, jij hebt niets verkeerd gedaan. Hier is je tas, dan hoef je niet meer naar binnen. Ga lekker naar huis, ik leg het de rest wel uit. Maak je niet druk, ze zijn echt wel wat gewend. Jelle leek nogal overstuur, kan ik iets aan hem doorgeven?”

Ik weet het allemaal even niet. Het enige waar ik zeker van ben is dat ik blij mag zijn met zo’n collega als Stephanie. En ik wil een warme douche. Ik weet niet hoe lang ik al op dit stoepje zit, maar mijn billen zijn bevroren.

Als ik thuis ben en mijn telefoon aan de oplader leg, zie ik dat ik dertien gemiste oproepen, twee voicemailberichten en dertig nieuwe appjes heb. De gemiste oproepen en voicemails zijn allemaal van Jelle. Overdrijven is ook een vak. Waarom moet je dertien keer bellen? Ik luister zijn voicemails af: „Maudster, ik weet niet wat me bezielde, sorry sorry. Ik moet je spreken, bel me terug.” Dacht het niet. Hij zoekt het maar uit. Ik app Stephanie dat ik thuis ben en op dat moment krijg ik een smsje binnen van Sam. Sam vindt Whatsapp irritant, dus tegenwoordig stuurt hij alleen maar smsjes. „Maud! Hoe was je avond? Ik wil je zien, morgen ben je vrij toch? Slaap lekker lief!” Mijn telefoon leg ik weg. Ik besluit morgen te antwoorden; ik kan nu niks zinnigs bedenken.

De volgende ochtend schrik ik om 11.00 wakker van de deurbel. Ik zou mij het liefst nog een keer omdraaien, maar de bel blijft gaan. Mijn hoofd bonkt en ik voel dat ik een kater heb. Mijn huisgenoten zijn niet thuis, dus ik moet wel open doen. Maar ik haat onaangekondigd bezoek. De bel blijft gaan. Wauw! Dit kan geen postbezorger zijn. En als het wel zo is, dien ik vanmiddag nog een klacht in.

Ik pak mijn bril, trek snel mijn kleding van gister aan en ren naar de deur. Wat kan er zo belangrijk zijn dat iemand al vijf minuten lang aan het bellen is? Ik doe de deur open en schrik. Verscholen achter een enorme bos oranje rozen zie ik Jelle staan. In zijn hand heeft hij een papieren tasje, waar overduidelijk een ontbijt in zit van The Breakfast Club, mijn nieuwe lievelingsspot. „Maud, ik ben een eikel, sorry. Je hoeft niet te praten. Maar het spijt me.”

Ik weet dat ik eigenlijk de deur dicht moet gooien. Allereerst om zijn actie van gisteravond, maar het feit dat hij mij uit mijn slaap heeft gehaald maakt het ook niet veel beter. Toch kan ik het niet, ik kan Jelle daar niet zo laten staan. Ik besluit hem binnen te laten. Als ik wil dat dit normaal afloopt, kunnen we het maar beter uitpraten. En anders is het ook zo zonde van dat ontbijtje… (grapje).

Terwijl ik een vaas zoek voor die enorme bos bloemen, hoor ik mijn telefoon piepen. Overduidelijk het geluid van een sms. Dat moet Sam zijn. Ik zie twee smsjes staan. „Maud, ben je al wakker?” gevolgd door „Ey slaapkop, wakker worden! Kijk eens uit je raam!”

< VORIGE AFLEVERING