Kim van der Blom
Kim van der Blom Entertainment 8 okt 2021
Leestijd: 2 minuten

Channah en Quentin zijn alleen nog samen voor de kinderen

Nadat Channah en Quentin Temptation Island moesten verlaten, omdat Channah zwanger was, is er veel gebeurd bij het koppel. Nu staat het koppel op het punt om met het hele gezin naar Curaçao te emigreren om daar een B&B te openen.

Channah en Quentin

Van het verliefde koppel uit Ex on the Beach is niet veel meer over. In de eerste aflevering van hun realityserie, ‘De Koertjes naar Curaçao’ vertelt Channah dat ze meer als broer en zus door het leven gaan. “Er moet echt een grote verandering plaatsvinden, wil dit nog werken”, vertelt ze eerlijk. “Ik zou niet eens meer kunnen bedenken hoe het eerst was. (…) Ik heb eigenlijk geen eens meer zin om mijn best te doen. Ik ga niet langer aan een dood paard trekken.”

Het koppel hoopt dingen tussen hun te veranderen door hun droom na te jagen. Het is erop of eronder voor de relatie van Channah en Quentin. “Als ze het nu uit zou maken, zou ik denken: prima”, biecht Quentin op. Quentin denkt dat de relatie van de twee niet goed gaat omdat Channah zijn feestende kant heeft gezien, terwijl hij eigenlijk ‘best wel saai is’.

Maar ondanks de problemen in hun relatie, blijven ze voor de kinderen bij elkaar. “Je wilt je kind ook niet een vader ontnemen”, aldus Channah. “Want dan heb jij het gedaan.”

Een B&B in Curaçao

De Koertjes gaan op Curaçao op zoek naar de perfecte locatie voor een B&B. Het eiland was een logische keuze voor het koppel, omdat Quentin daar een dochtertje heeft uit een eerdere relatie. Quentin vertelt over zijn dochtertje: “Ik probeer gewoon zo veel mogelijk contact met haar te houden. Ik kan niet altijd bij haar zijn, het is natuurlijk wel een stukje vliegen, maar ik probeer minimaal één keer per jaar daarnaartoe te gaan. En elke maand kleren op te sturen en dingen die haar moeder nodig heeft.”

De Koertjes Naar Curaçao is elke vrijdag te zien bij Videoland.

Temptation Island Deborah sluit hoofdstuk Timtation af: ‘Hebben elk ons eigen leven’